zaterdag 8 juni 2013

Niet-helpende denkpatronen

Op Curacao en in de hiernavolgende therapieen heb ik veel geleerd. Ik heb inzicht gekregen in de redenen waarom ik mij overat, en waardoor dit in stand werd gehouden. Doordat ik bepaalde gedachtes had, viel ik steeds in hetzelfde patroon van mij ongelukkig voelen-eten-mij nog meer ongelukkig voelen. Ik kwam als het ware in een vicieuze cirkel.  Hieronder beschrijf ik deze gedachtes, dit helpt mij om het overzichtelijk te maken. 

Het vormen van gedachtes gaat automatisch en onbewust. Maar bepaalde gedachten zijn niet-helpend, dat wil zeggen; ze geven je een slecht gevoel en leiden je tot verkeerde gedragskeuzes.

1.  Negatief filteren. Je bent dan vooral gericht op negatieve details. Ik ben dik, lelijk, mislukt.

2.  Alles-of-niets-denken. Dingen zijn of zwart, of wit. Niks ertussenin. Je moet perfect volmaakt zijn, anders ben je een mislukking. Een tussenweg is er niet, er is geen ruimte voor fouten. Ik heb net een koekje gegeten (of een sigaret gerookt), dus nu kan ik net zo goed het hele pak opmaken. Het is nu toch al verpest...

3.  Overgeneraliseren. Je trekt een algemene conclusie op basis van 1 enkel voorval. Iemand die je kent, loopt je op straat voorbij: Hij vindt mij stom, hij is boos op mij. Iedereen is boos op mij.

4. Gedachtenlezen. Zonder het te zeggen, denk je zeker te weten wat mensen denken en waarom ze doen zoals ze doen. In het bijzonder weet je hoe mensen over jou denken. Iemand in de supermarkt kijkt naar me: Zij vindt dat ik te dik ben en dat ik te vette producten koop.

5. Rampdenken. Je rekent op rampen, je ziet ze zelfs al voor je. Je ziet of hoort een probleem en vraagt je meteen af: Stel dat... stel dat dat mij ook overkomt.

6. Overdrijven. Je overdrijft de mate of intensiteit van een probleem. Alles wat niet goed is, maak je veel groter.

7. Personaliseren. Je gaat ervan uit dat alles wat mensen doen of zeggen, een reactie is op jou. Je hoort mensen praten, maar je kan niet verstaan waarover en denkt meteen: Ze hebben het over mij.

8. Zou-moeten. Je hebt een reeks van strenge regels waaraan je zou moeten voldoen. Je voelt je schuldig als je die regels overtreedt. Ik moet slank zijn, carriere maken, een goede partner zijn.

9. Emotioneel redeneren. Ik voel dus ik ben. Je neemt je gevoelens als bewijs voor de juistheid van een bepaalde gedachte. Ik voel me dom, dus ik ben dom.

10.Rationalisering. Je zoekt excuses om te vervallen in probleemgedrag. Ik ben moe, dus ik mag wel een extra koekje/sigaretje.

Het inzicht in deze niet-helpende gedachtenpatronen heeft mij heel erg geholpen om hieraan te werken. Zelf paste ik de nummers 3, 4, 8 en 10 nogal vaak toe. Inmiddels is dat alleen nog maar nummer 10... Maar ik denk dat iedereen dat wel eens doet.


Welke gedachtes hebben jullie wel eens?

xxLisa

1 opmerking: